wie

Balletdanseres wilde ik worden, dat leek me het mooiste wat er bestaat. Jarenlang heb ik met ziel en zaligheid gedanst, tot lang na het vonnis van mijn balletjuf dat geen dansopleiding mij met mijn solide lijf zou toelaten. Na het gymnasium studeerde ik aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen en vervolgens werkte ik 15 jaar op verschillende plekken om het geleerde in de praktijk te brengen.

Ergens in mijn lijf resoneerde leegte. In mijn zoektocht naar ontbrekende puzzelstukjes greep ik terug naar de tijd dat dromen tastbaar waren: hoe kan ik uit eigen bron putten zonder dat die droog komt te staan? Meer poëzie, vooral meer poëzie. Woorden laten stromen, rangschikken tot ze op de juiste plek staan en zoeken naar kleuren. Poëzie heelt en is altijd dichtbij.

Wat er in mij snakte naar heling was een wond die voor mijn geboorte al werd geslagen, maar waar ik pas weet van kreeg toen ik 44 was: ik heb een tweelingbroer die het levenslicht hier niet heeft gezien. Diep van binnen is hij al die jaren met mij meegegaan. Pas daarna heb ik hem leren kennen en in poëzie kon ik hem loslaten.

Naast poëzie leg ik mij toe op vertaalwerk, om me te blijven bekwamen in het vangen van betekenis. Ik werk thuis in Doesburg. Ik doe me tegoed aan al wat groeit en bloeit in de tuin, geniet van rust, loop hard, lees en schrijf.

Een enorme ommezwaai voor het in 1966 in Balkbrug geboren en in Rotterdam opgegroeide meisje dat meer naar haar omgeving luisterde dan naar zichzelf. De vrijheid heeft mij gastvrij omarmd.

Marion